Introductie
Zonet kwam ik terug op de argumentatie rond de J in de naam Jehovah, die vooral in Engelssprekende discussies heel erg speelt, vooral om Jehovah’s getuigen te weerleggen in hun gebruik van de naam Jehovah als transliteratie voor het tetragram. Maar om eerlijk te zijn vind ik de argumentatie rond de j-transliteratie voor de yod (י), vrij zwak en ik wil in deze blog uitleggen waarom.
Engels niet de enige taal
Engels is niet de enige taal in de wereld, al is het vandaag de dag wel de wetenschappelijke taal die het Latijn heeft vervangen. Dat Jehovah een J heeft, heeft ook eigenlijk niets te maken met de letter J en de klank in het Engels, maar wel met het Latijn. In het latere Latijn werd wel de yod en de iota herleid tot de J, en de klank is hierbij niet anders dan de yod en de iota, dan als je het schrijft met en i of met y (zoals ook in het vroege Latijn). Het Latijn zou pas consistent Jehova gebruiken na het ontstaan van modernere talen waar de J in het alfabet werd opgenomen. De argumentatie slaat dus eigenlijk nergens op, juist omdat de J niet zijn oorsprong kent in het Engels, maar overgenomen is, waardoor die dus harder wordt uitgesproken dan bv. in het Nederlands en het Duits (of het Latijn), en dus niet oorspronkelijk Engels is, maar verengelst is.
Er is ook geen J in het Bijbelgrieks
De mensen die als argumentatie voor het verwerpen van de transliteratie Jehovah voor de godsnaam het argument voor de letter j aanhalen, gebruiken echter wel heel vaak de equivalenten van de namen in het Engels (of in het Nederlands) die oorspronkelijk uit het Grieks komen. Maar ook in het Grieks bestaat er geen j, dat is een transliteratie van de iota, wat je dus schrijft met een i (b.v. Ἰησοῦς voor Jezus). Aan het begin van een woord klinkt die wel zoals wij in het Nederlands de J uitspreken, maar dus ook niet zoals Engelssprekenden hem uitspreken. Dus als je problemen hebt met de naam Jehovah omdat er een J wordt gebruikt, waarom dan niet dezelfde maatstaf voor namen zoals Jezus of Johannes (Jesus of John)?
Een probleem met de klinkers
Het klassiek Hebreeuws is oorspronkelijk een medeklinkertaal. Terwijl er natuurlijk klinkers werden en worden uitgesproken, stonden die niet in de oorspronkelijke tekst. Wat wel een hulp was bij de uitspraak waren leesmoeders, dat waren als het ware medeklinkers die de functie van klinkers vervulden, dat was b.v. het geval voor de alef (א) die vaak als een a werd uitgesproken en zo in de tekst een functie had en ook de waw (ו) die vaak als functie een u of een o had. Dit is b.v. de tekst van het eerste vers uit Exodus, zoals het er oorspronkelijk stond:
1:1
ואלה שמות בני ישראל הבאים מצרימה את יעקב איש וביתו באו
Pas in de 6de eeuw Gewone Tijdsrekening hebben de Masoreten klinkertekens toegevoegd aan de tekst omdat anders de herinnering aan klanken van woorden zou verdwijnen, op die manier werd dit eerste vers uit exodus:
וְאֵ֗לֶּה שְׁמוֹת֙ בְּנֵ֣י יִשְׂרָאֵ֔ל הַבָּאִ֖ים מִצְרָ֑יְמָה אֵ֣ת יַעֲקֹ֔ב אִ֥ישׁ וּבֵית֖וֹ בָּֽאוּ׃
De puntjes en streepjes onder (en soms boven) de woorden zijn klinkertekens, de dubbele punten (of in dit lettertype de verticale streepjes) onder een woord zijn de swa’s (dit klinkt als een doffe e). Dit had trouwens ook nog het probleem dat sommige woorden dezelfde medeklinkers hadden, maar dus anders werden uitgesproken, waardoor soms dat verloren is gegaan in Bijbelteksten en je dus soms in twee vertalingen heel andere betekenissen kunt lezen, omdat de één uitgaat van een woord met bepaalde klanken, terwijl de andere Bijbelvertaling uitgaat van dat woord met andere klanken (het voert me te ver hier voorbeelden van te geven).
Mijn professor Hebreeuws aan de KULeuven stelde dat de klanken in Jehovah niet kunnen omdat je dan op een gegeven moment twee klinkers op 1 medeklinker zou hebben, wat dus niet kan in het Hebreeuws: elke medeklinker heeft een swa of dus een klinker, maar dus nooit meer dan 1. Dit komt omdat het woord door de Masoreten werd geschreven als יְהֹוָה. Het is niet zo goed duidelijk door het lettertype maar de cholem (het puntje bovenaan), en de qamets, (het horizontaal streepje met het verticaal streepje) staan dus alle twee op de vav, (de grote verticale streep), dat kan dus niet in het Hebreeuws. De vav was (ook) een leesmoeder en op die manier werd dit dus weergegeven dat je het als een o moest lezen, maar dan kun je het niet tegelijk als een va lezen natuurlijk.
Net zo goed problemen met de naam Jahweh
Het is ook niet zo dat, terwijl Jehovah (waarschijnlijk) niet de uitspraak is, dat we dan maar moeten denken dat Jahweh betere papieren zou hebben. Enerzijds legt Smelik in zijn boek “Geschreven leven” over het judaïsme uit, dat waarschijnlijk ook Jahweh niet de correcte uitspraak zou zijn. Zelf zou ik denken dat het dan eerder uitgesproken zou moeten worden als Jahewehe; dan zet je op de he’s een swa. Ik herinner me trouwens (ik kan dit echter niet meer verefiëren omdat deze encyclopedie inmiddels bij het groot huisvuil ligt) gelezen te hebben in een encyclopedie uit de jaren ’70 dat Jahweh zijn klinkers heeft genomen uit de zinsnede uit Exodus 3:14 waar God zijn naam uitlegt als “ik ben die er zijn zal (NBV21) (שֶׁ֔ה אֶֽהְיֶ֖ה אֲשֶׁ֣ר אֶֽהְיֶ֑ה – sha ehjeh asjer ehjeh). De klinkers van de naam Jehovah komen dan weer van het woord adonai wat Heer betekent en werd gelezen in plaats van de Godsnaam, daardoor werden die klinkertekens toegevoegd aan de godsnaam in Hebreeuwse Bijbels, zodat elke Jood zou weten dat hij dat woord als adonai moest uitspreken.
No responses yet